We gaan allemaal wel eens een dagje weg, op vakantie of zakenreis. Op reis gaan voor mensen met diabetes is toch net even anders; er zijn een aantal zaken waar u rekening mee moet houden. Een goede voorbereiding is het halve werk! Zo zorgt u ervoor dat u tijdens de reis niet voor verrassingen komt te staan. Onderstaande tips van diabetesverpleegkundige Daphna Karo helpen u om goed voorbereid op pad te gaan.
Houd er rekening mee dat vele zaken anders zijn wanneer u onderweg bent
- Door een autorit of vliegreis kan het zijn dat u vele uren achter elkaar zit waardoor u veel minder lichaamsbeweging hebt dan normaal en de bloedsuikers hoger worden
- Het is warmer/kouder dan in de eigen omgeving
- Het dagritme is anders
- Het eten verschilt erg veel van wat u gewend bent
- Er is een tijdverschil
- Reizen kan stress geven waardoor de bloedsuikers ontregelen
Insuline bewaren
Het is erg belangrijk om tijdens uw reis en verblijf de insuline onder goede condities te bewaren. Denk hierbij aan de volgende zaken:
- De insuline mag niet kouder worden dan 2oC en niet boven de 30oC. Onder de 2oC kristalliseert de insuline namelijk en dat zorgt ervoor dat het gaat vlokken. Boven de 30oC gaat de werking van de insuline fors achteruit.
- In een stilstaande auto is het op warme dagen al snel boven de 40oC. Laat de diabetes hulpmiddelen en insuline niet achter in de auto en leg de pennen niet in direct zonlicht.
- Het gebruik van een koeltasje is aan te raden. Leg de insuline niet op koelelementen maar gebruik een geschikt koeltasje. Er zijn speciale koeltasjes voor het koelen van insuline te koop, ook als je niet voortdurend een koelkast tot je beschikking hebt.
- Tijdens de autorit is een goede plek voor het koeltasje onder de bijrijdersstoel.
- Bewaar glucosestripjes niet los in het hoesje van de meter maar altijd in een goed afgesloten potje.
Zorg voor voldoende middelen
Zorg altijd dat u voldoende middelen meeneemt op reis. Al gaat u maar voor een dagje weg, niets is vervelender dan dat u terug naar huis moet, omdat u de insuline of andere hulpmiddelen vergeten bent.
Tijdens de autorit
- Meet/scan voor vertrek altijd de bloedsuiker.
- Is uw bloedsuiker onder de 6mmol/l? Eet dan iets. Is de bloedsuiker onder de 4mmol/l (hypoglycaemie)? Zorg dan eerst met snelle suiker dat de bloedsuiker boven de 4mmol/l komt en eet dan trage koolhydraten (bijvoorbeeld een boterham of een banaan).
- Heeft u het gevoel dat u tijdens het rijden een te lage bloedsuiker heeft of krijgt u een alarm voor een hypoglycaemie via de sensor? Zet uw auto dan aan de kant en controleer uw bloedsuiker. Is de bloedsuiker te laag? Handel als hierboven beschreven. Vertrek niet eerder dan dat uw bloedsuiker weer boven de 6mmol/l is.
Tijdens de vliegreis
- Bekijk van te voren waar eventueel diabeteshulpmiddelen te verkrijgen zijn op het vakantieadres in geval van nood.
- Neem de contactgegevens van uw diabetesbehandelaar mee.
- Regel eventueel een vakantie insulinepomp.
- Neem foto’s van uw inulinepomp instellingen en de adviezen in uw diabetesdagboek.
- Neem de diabeteshulpmiddelen mee in uw handbagage en verdeel deze indien mogelijk over twee tassen van uw eigen handbagage. Dan bent u niet gelijk alles kwijt, mocht er een tas kwijtraken.
- Neem een douaneverklaring mee, deze is verkrijgbaar via uw diabetesverpleegkundige. Denk ook aan een uitdraai van uw medicatie, deze is verkrijgbaar via de apotheek.
- Gebruikt u een insulinepomp of sensor. Meld dit bij de security en informeer of u door de securitypoorten kan zonder dat er een storing ontstaat. Indien dit niet kan of bekend is, vraag dan om een individuele bodyscan zonder poort.
- Wees u ervan bewust dat door het stilzitten en door afwijkend eten in het vliegtuig uw bloedsuikers kunnen oplopen. Controleer uw bloedsuikers regelmatig.
- Drink goed, maar geen alcohol. De luchtvochtigheid in een vliegtuig is laag, dit zorgt ervoor dat u sneller uitdroogt.
Hoe om te gaan met tijdverschil?
Reizen naar het westen
Wanneer je naar het westen reist vanuit Nederland dan wordt de dag langer. Tot 4 uur is dat op te vangen met kortwerkende insuline.
Reizen naar het oosten
Vanuit Nederland naar het oosten vliegen wordt de dag korter en zullen de injecties langwerkende insuline elkaar gaan overlappen.
Bespreek met uw diabetesverpleegkundige hoe dit te ondervangen.
Gebruik pomp
Gebruikt uw een insulinepomp en/of een glucosemeter? Pas de tijd aan bij vertrek, naar de tijd van aankomst. Gebruikt u een smartphone voor uw sensor of insulinepomp? Deze zal de plaatselijke tijd vanzelf overnemen.
Zorg goed voor uw voeten
Loop niet op blote voeten om wondjes aan de voeten te voorkomen. Draag slippers op het strand en eventueel waterschoenen bij een rotsige bodem in de zee of een meer.
Vragen of zorgen?
Heeft u vragen of zorgen? Neem dan contact op met uw diabetesverpleegkundige.